Summary: | Ze zijn met z'n tweeën, een man en een vrouw. een vrouw. De man vraagt aan Roxy of zij is wie ze is. Haar naam wordt correct uitgesproken door een vreemde agent midden in de nacht. Ja, dat is ze. Of ze binnen mogen komen. Dat heeft Roxy liever niet. Ze gaat uit van het ergst mogelijke, haar man kan dood zijn, hij is altijd bang om een hartaanval te krijgen, hij valt in de risicogroep. Nu kan het alleen nog maar meevallen, maar dan heeft de agent het al gezegd. Roxy wacht tot er een opluchtende wending komt, maar haar man is dood en daarop kun je niets meer in mindering brengen en ze zegt: 'Nou, kom dan maar binnen.'
|